Egyptische dans en Buikdans
Oriëntaalse dans, in de volksmond buikdans, heeft duizenden jaren overleefd door zich aan alle tijden, culturen, leeftijden en lichamen aan te passen. Wortels vinden we onder meer in het oude Mesopotamië, Egypte, Mongolië, Turkije en bij de zigeuners.
Het is een oosterse expressiedans. Vanuit je fysieke en innerlijke midden, waar je de muziek koestert, ontstaat een dansstroom die je verbindt met de wereld om je heen. De kunst van het niet-doen, je laten bewegen door de muziek, je dansgevoel, geeft ruimte aan je natuurlijke gratie en aan de techniek, die niet alleen bestaat uit aanleren, maar ook uit loslaten.
Een buikdanseres is scheppend kunstenares, ze improviseert/choreografeert haar dansen zelf. Op feesten wordt ze gevraagd om geluk, vreugde, voorspoed en vruchtbaarheid te brengen. Een goede buikdanseres is dan ook in staat energie te genereren, energie te transformeren, mensen te betoveren, op te vrolijken, op te laden, gelukkig te maken. Samen met de muziek geeft ze uitdrukking aan gevoelens die universeel, dus ook van het publiek zijn. Samen met publiek en musici bouwt ze een krachtveld op.
De dans is gracieus, natuurlijk, verfijnd, temperamentvol en kent vele schakeringen, zoals slangachtige of zachte vloeiende bewegingen, felle accenten, sierlijke arabesquen, trillingen in benen, heupen en schouders, specifieke passen, verscheidene heuplemniscaten, golven in de ruggegraat, armen en handen. De bewegingen worden vanuit het centrum van het lichaam van gewricht aan gewricht doorgegeven tot in de periferie.
De lessen zijn gebaseerd op Eyptische danstradities, en er is ook ruimte voor het ontwikkelen van een eigen stijl. Waar het helpt om energetische principes van de dans te verduidelijken wordt wat yoga ingezet. We beginnen met een warming-up en sluiten af met een cooling-down. Daartussen oefenen we techniek, en middels improviatie opdrachten de toepassing daarvan in dans.